Zonder dat hij het in de gaten had gaf zijn rookgedrag hinderlijke overlast

Foto: Ede Nieuws

Het is een heerlijke zonnige dag als ik op bezoek ga bij één van mijn vroegere buurtjes. Ze is duidelijk blij met mijn bezoek. Als ik binnen kom valt het me op dat ze de ramen en deuren van haar appartement pot dicht heeft.

Door juffrouw Raadgever

Het is warm in de kamer en als we even later met een glaasje fris gezellig zitten te kletsen kan ik het niet laten haar te vragen waarom ze de ramen en de deur niet open heeft staan. Dan vertelt ze dat ze het wel zou willen maar het kan niet.

“Hoezo het kan niet”, vraag ik. Dan blijkt dat ze erg veel last heeft van de sigarenrook van haar buurman. Hij zit bijna de hele dag op zijn balkon te paffen. De rook trekt regelrecht haar kamer in.

Ze snuift een keer en zegt: ”Ruik je het dan niet?” Ja, ze heeft gelijk. Het ruikt naar sigarenrook en niet een beetje ook. Nu ze het zo zegt is dat dus de benauwde lucht die in haar hele appartement hang.

Rookgedrag

Maar wat graag zou ze er iets aan doen maar ze heeft geen zin om de buurman zijn sigaartje te onthouden. De man heeft verder ook niet veel.

“Kunt u er niet eens met hem over praten,” stel ik voor, ”roken is slecht en misschien is het voor hem een stok achter de deur om wat te minderen. Hij denkt er misschien helemaal niet over na dat u er veel last van heeft. Zo de hele dag met de ramen en deur dicht zitten kan toch niet de bedoeling zijn. Praat eens met hem.”

Ik zie haar denken en dan zegt ze: ”Misschien, maar ik weet uit eigen ervaring dat het niet gemakkelijk is om zomaar te minderen laat staan stoppen met roken. Ik heb het zelf wel geflikt. Echt,” zegt ze lachend, “het is mij gelukt maar ik had dan ook een flinke stok achter de deur.”

“Ik had een baby in mijn buik. Dus lukte het me zonder pleisters, pilletjes, elektrische sigaret, kauwgom , acupunctuur, therapie of wat ze tegenwoordig ook maar allemaal uit de kast trekken om van de verslaving af te komen. Ik heb ruim tien jaar stevig gerookt hoor en als ik alles geweten had zou ik er nooit aan begonnen zijn.”

Babbel

Ik zie aan haar dat ze terug denkt aan die tijd. Ze heeft een gezellige babbel en vertelt altijd veel over vroeger zo ook nu.

Veertien, was ze, toen ze haar eerste sigaret aangeboden kreeg en ook opstak om vervolgens duizelig en misselijk op het toilet belandden. Na haar schoolopleiding had ze het geluk om direct een leuke kantoorbaan te vinden. Erg jong, maar dat was toen niet zo raar. Ze had haar diploma en om een steentje bij te dragen thuis ging ze werken.

Het was ook wel fijn om zelf geld te hebben. Zakgeld heeft ze nooit gehad dus aan de slag. Al haar collega’s rookten in die tijd en het stond ook wel stoer. De eerste sigaret vond ze verschrikkelijk en niet echt lekker. Toch maar doorzetten. Een ander merk met menthol bracht uitkomst. In het pakje zaten er vijfentwintig met filter. Eén gulden twintig kostten ze.

In de groothandel in schoenen waar ze werkte was het de gewoonte dat de jongste bediende elke dag de boodschappen voor de middagpauze deed bij de Spar op de hoek. Elke morgen ging een van de meisjes van kantoor langs de werknemers om een boodschappenlijstje te maken. Ook de jongens uit de showroom en de mannen uit het magazijn. Met name sigaretten, broodjes, pakken melk of karnemelk, rookworst en zakken drop.

De directeur was verzot op Engelse drop en kon per week heel wat zakken naar binnen werken. Kauwend kwam hij dan het kantoor op lopen met de vraag of er al een boodschappenlijstje was want hij was er alweer doorheen. Soms deelde hij er ook van uit. Vooral de ronde roze en blauwe want die bleven over.

Daar was hij dan weer niet zo gek op, dus kregen de meisjes de opdracht het zakje goed te controleren dat er niet te veel van die ronde in zaten. De rookworsten werden gedeeld. Iedereen betaalde een halve en kreeg deze warm op het mee gebrachte brood met veel mosterd.

Dat roken een verslaving was kwam niet ter sprake

Al gauw was ze gewent aan de regels op kantoor en helemaal opgenomen in het gezelschap. Ook haar speciaal aangeschafte mooie gekleurde asbak werd dagelijks gevuld met peuken en er werd totaal niet over nagedacht dat roken slecht voor de gezondheid was.

Stond het kantoor blauw van de rook dan werden de ramen even wijd open gezet voor wat frisse lucht tot het te koud werd. Thuis werd er ook gerookt. Als er visite kwam stonden de sigaren en sigaretten in glaasjes op tafel en iedereen rookte mee. “Letterlijk.” besluit ze.

Als ik weg ga laat ik haar beloven in ieder geval met de buurman te gaan praten. Een paar weken later kom ik haar tegen. Ze lacht en zegt: “Het is gelukt, nog bedankt.”

Even niet begrijpend kijk ik haar aan. “De buurman. Ik heb met hem gepraat en hij schrok ervan dat ik zo’n last van zijn rook had. Hij beloofde er iets aan te doen. Het is heel veel minder nu en ik kan de deur weer open hebben. Zo fijn.”

Wat ben ik blij voor haar dat door even met elkaar praten dit is opgelost. Dat zouden eigenlijk alle buren met irritaties of overlast even moeten doen. Vaak zijn buren totaal onwetend dat ze overlast bezorgen.

Met vriendelijke groet juffrouw Raadgever

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen