Door Smurfit Kappa Parenco zijn zoals afgesproken de eerste stappen gezet in verbetering van de ervaren geurhinder. Men heeft als eerste stap de afgelopen weken enkele ingrijpende aanpassingen in het proces gedaan.
Dat meldt de Gelderse papierfabriek. Deze aanpassing leidt tot minder biologische activiteit en dat vermindert niet alleen de geur maar reduceert ook het gebruik van desinfecteringsmiddelen.
“Externe geurspecialisten én onze eigen medewerkers nemen een minder scherpe geur waar.” stelt tijdelijk Algemeen Directeur Jo Cox. “De gekozen maatregelen lijken dus een positief effect te hebben.” Parenco maakt sinds de zomer van 2018 deel uit van het internationale Smurfit Kappa-concern.
Direct na de overname maakte het bedrijf bekend dat Smurfit Kappa de fabriek in Renkum zo snel mogelijk volgens haar eigen processtandaarden wilde laten produceren. Het bedrijf meldde toen ook om verder in de Renkumse fabriek te willen investeren. Onderdeel daarvan is dat Smurfit Kappa wil investeren in adequate oplossingen om de ervaren geurhinder terug te dringen.
In gesprek met burgemeester Schaap van Renkum en gedeputeerde Bieze van de provincie Gelderland waren deze stappen al aangekondigd. "We zijn optimistisch dat er in komende maanden belangrijke stappen gezet kunnen worden om de geur, en de
daarmee ervaren hinder, fors te reduceren. We verwachten dat we zo’n anderhalf jaar nodig hebben voor het totale transitieproces”, aldus Jo Cox.
“Wij beschouwen de waargenomen geurvermindering als een belangrijke eerste stap. Daar zijn we blij om. Het sterkt ons in de overtuiging dat we op de goede weg zijn. Wij kunnen niet ieders ergernis wegnemen, wél kunnen wij werken aan oplossingen.”
Om de geurvermindering goed te duiden, start Smurfit Kappa Parenco in januari met een geurpanel. “Dat panel moet een mix worden van onze eigen mensen en van omwonenden.” licht woordvoerder Ruben van Haren toe. De leden van het panel maken per waarneming anoniem een beoordeling voor het type geur, de hinder die men ervaart en de intensiteit.
“Doel is om constant vinger aan de pols te houden en er zo achter te komen of de aanpassingen het gewenste effect hebben.”