Na een heel lang droog voorjaar was er dan eindelijk regen! Heerlijk en wat was het nodig. Deze week beleven we ook de langste dag van het jaar alweer.
De zomer begint.
Binnenkort zien we de bermen en open plekken in het bos dan ook weer kleuren door het wilgenroosje. Het is een kruidachtige overblijvende plant uit de teunisbloem familie.
In een Nederlands sprookje wordt verteld hoe het wilgenroosje ontstaan is.
Er was eens een elfje dat met haar familie in de rozen woonde. Vlakbij de plaats waar zij woonden stond een grote wilg. Hierin woonden de kabouters. Nu was er bij de kabouters één die samen met het elfje speelde en opgroeide. Zij speelden samen dag in dag uit en het was niet te verwonderen dat zij verliefd op elkaar werden. Zij hielden erg veel van elkaar. Wanneer zij oud genoeg waren zouden zij trouwen.
Toen het eindelijk zover was, liepen zij hand in hand naar hun ouders en vertelden dat zij wilden trouwen. Alle vier de ouders waren verbaasd en kwaad, want elfjes trouwen niet met kabouters. Dit was al eeuwen zo en zou niet veranderd worden.
Het elfje vloog treurig naar haar roos en het kaboutertje slofte naar de wilg en ging daar zitten treuren. zij wilden niet meer spelen en met niemand meer praten en op den duur kreeg de elfenkoningin meelij met hen.
Zij besloot eens een afspraak met de kabouterkoning te maken. Samen besloten ze dat hun kinderen mochten trouwen, echter niet in de gedaanten waarin zij nu verkeerden, maar samen in één plant die dan wilgenroosje zou gaan heten.
En als je nu goed kijkt, zie je nu de kaboutermuts in de stamper, de vleugeltjes van het elfje in de bloemblaadjes en het zaad lijkt warempel wel op de baard van de kabouter.
Zo werden het elfje en haar kaboutermannetje toch nog gelukkig!
Veel plezier met het buiten zijn deze zomer en vergeet vooral niet om te genieten en je te verwonderen.