Het is weer herfst en dat betekent dat er weer talloze kastanjes in het bos liggen. Tijdens een boswandeling zijn de juiste zo mee naar huis te nemen om rauw op te eten of, nog lekkerder, te poffen.
De stekelige bolsters met daarin een noot verstopt, kun je rauw eten maar de gepofte variant is eigenlijk veel lekkerder van smaak.
Voordat je het bos induikt om kastanjes te rapen, is het goed om te weten dat er twee soorten van zijn: de wilde en de tamme. De tamme zijn zoet, terwijl wilde kastanjes bitter smaken. Na het eten van de laatst genoemde variant kun je buikpijn krijgen. Deze kun je dan ook beter niet nuttigen.
Je kunt de tamme en wilde kastanje van elkaar onderscheiden door de volgende punten na te lopen:
Nadat je kastanjes in het bos hebt verzameld, is het tijd om de keuken in te duiken. Om te beginnen ontdoe je ze van hun omhulsel. Kerf vervolgens met een scherp mes een groot kruis aan de bovenkant van de kastanje. Hierdoor zullen deze niet ontploffen of onregelmatig gaar worden.
Je kunt de kastanjes in een grillpan roosteren maar ook in de oven is dit goed te doen. Verwarm de oven voor op 220 graden en leg de kastanjes er gedurende tien à vijftien minuten in. Als ze opspringen, zijn ze klaar.
Je kunt de gepofte kastanjes uit het vuistje eten, maar velen vinden het ook lekker om over de lekkernij een klein klontje boter en wat zeezout te doen. Ook smaken ze goed in toetjes of taart en zijn ze goed te combineren met wintergroenten zoals rode kool en spruitjes.
Bron: Nieuws.nl