In december wordt Helen 59 jaar, maar ze weet niet of ze dat gaat redden. “Ik ga er niet vanuit”. Ze woont sinds twee maanden in het Joods Hospice Immanuel in Amsterdam, na een doorverwijzing van haar huisarts.
Ze kent Helen al meer dan twintig jaar en weet hoe haar leven is geweest. Ze gunde haar wat rust en verwenning aan het einde van haar leven. “Het hospice is het allerbeste wat mij is overkomen na lange tijd.” In de rubriek De Laatste Levensfase: Helen.
Na een CT-scan begin augustus in het OLVG-ziekenhuis in Amsterdam hoorde Helen dat ze alvleesklierkanker heeft. “De internist trok een somber gezicht. In het rapport staat dat ik nog 1 tot 3 maanden te leven heb. Gezien mijn opvattingen over het leven stelde mijn huisarts het Joods Hospice Immanuel voor. Ik wil geen euthanasie, maar een natuurlijke dood sterven.”
Het was voor Helen best wel een drempel om naar een hospice te gaan. Thuiszorg was geen optie. De laatst tien jaar heeft ze nogal geïsoleerd geleefd. “Ik heb niet veel mensen toegelaten en had weinig contact met mijn familie. Ik leidde een beetje een teruggetrokken bestaan en zag er tegenop dat ik weer met allerlei mensen contact moest leggen. Vroeger had ik veel contact en was ik altijd bezig met mensen, dat was helemaal weg komen te vallen.” De huisarts wist haar te overtuigen en vertelde Helen dat ze in het hospice ook haar eigen leven heeft als bewoonster en dat ze zelf mag beslissen hoe haar dagen eruitzien. “Je moet daar niets en je hoeft niets met de mensen, zo zei ze.”
Ze hield nog even de boot af, maar na een valpartij in de supermarkt belde zij de huisarts op. Zij heeft direct Helen aangemeld bij het Joods Hospice Immanuel.
“Ik was al een lange tijd ziek toen ik hier kwam en leefde in een soort shock. Toen ik mijn kamer binnenkwam, was ik totaal verrast. Bij de ingang dacht ik nog: ik kan nog omkeren en weggaan. Maar mijn schoonzus pakte me in mijn kraag en zei: nee, je gaat nu naar binnen.” Helen kreeg een grote kamer, waar ze vanuit haar stoel uitzicht heeft op de tuin. “Dat is mijn geluk geweest. Ik ben dol op bloemen en de witte anemonen stonden in bloei, dat zag ik meteen. Ik kom uit de drukke Pijp in Amsterdam en hier overviel me de rust en stilte.”
Veel contact met de bewoners heeft Helen niet, omdat iedereen terminaal ziek is en daardoor niet altijd aanspreekbaar is. Het komt voor dat mensen wel met elkaar bevriend raken en op elkaar wachten voor de lunch, aldus Sasja Martel, directeur van het hospice, die bij het interview aanwezig is. Maar over het algemeen is er weinig onderling contact. In het begin was Helen fysiek wat sterker en at ze met alle verpleegkundigen en vrijwilligers mee. “Ik zat ook veel met mijn familie in de tuin, mijn twee broers, mijn schoonzus en hun kinderen.”
“Ik heb alle tijd gehad om op te ruimen. Als je uit het leven wordt gerukt door bijvoorbeeld een ongeluk, heb je die tijd niet. Op het moment dat ik hoorde dat ik terminaal ziek ben, dacht ik meteen: alles opruimen, alles moet weg.” Ze was daar al mee bezig, ook met verbouwen, maar door fysieke ongemakken was dit telkens blijven liggen. “Ik sliep al een tijdje op de bank doordat er een stapel kleding op mijn bed lag. Je kon niet in een rechte lijn door mijn gang lopen. Ik heb de shredder gepakt en al mijn administratie, brieven en vakantiefoto’s erdoorheen gehaald. Al mijn kleding en lakens heb ik in zakken gedaan, het verleden weg, opgeruimd. Mijn broers, schoonzus en hun kinderen hebben mij hierbij geholpen. Er staan alleen nog grote meubels in mijn huis.”
Helen vertelt dat ze niet alleen heeft opgeruimd in haar huis, maar dat ze ook al veel mentaal heeft opgeruimd. “Ik heb mijn leven de revue laten passeren en heb veel gerelativeerd. Blijf als mens overeind en laat je niet gek maken door de wereld. Mijn moeder en schoonzus zijn in korte tijd na elkaar overleden en dan gebeurt er veel. Daarnaast had ik veel stress door andere zaken, dus toen de deur van mijn huis dicht ging, was dat voor mij definitief. Dat was 3 september een maand na de diagnose alvleesklierkanker. De deur gaat dicht en ik kom hier niet meer terug, zei ik tegen mijn schoonzus. De hospice is nu mijn thuis.”
“Het voelt een beetje als wachten op de dood gezien de diagnose. Ik dacht zelf zo: begin oktober; dan is het gebeurd met me. Zoals de internist keek met een begrafenisgezicht, met het idee ‘Je staat al met één been in je graf’. Mijn hart kan het eerder begeven dan dat de tumor zijn werk doet. Ik ben zo mager geworden. Ik moet alleen nog de muziek uitzoeken, dat schuif ik voor me uit. Dan is het echt definitief als ik dat op papier zet. Maar het is niet erg, als ik nu doodga. Ik leef in het hier en nu en ik ga zo mijn gangentje. Ik loop naar beneden en rook mijn sigaretje. Ik ben verknocht aan roken, dat is de criminaliteit naar mezelf toe.”
“Ik probeer te leven in het hier en nu.” Hoe doe je dat? Daar zijn tal van boeken over geschreven en de meeste mensen vinden dat lastig. “Ik denk dat dit mijn denkbeelden zijn en hoe ik in het leven sta. Het komt ook doordat ik het verleden heb opgeruimd. Soms komen er gebeurtenissen uit het verleden naar boven en dan praat ik erover en dan is het ook weg. Ik ben niet aan het herkauwen of malen. Ik ben daar mentaal al lange tijd mee bezig geweest. Ik hield vroeger altijd veel vast. Veel zaken maakte mij onzeker. Ik wist ook: het leven kan zomaar afgelopen zijn. Dat nuchtere feit, het relativeren van mijn leven, dat helpt. Ik wilde veel, maar het lukte niet. Plotseling ging niks meer in mijn bestaan. Ja, door fysieke klachten en doordat ik veel pech heb gehad. Het één lokt het ander uit.”
“Pech kan je overkomen, maar het leven is er wel om te leren. Dat is het karma gebied. Dan kom je uit bij wat is karma.” Zie je de laatste fase als een nieuw begin? “Dan heb je het over de cyclus van de ziel en incarneren. Wat er voor mij hierna komt is het niets, de eenheid, de stilte, de rust. Dat is het niets. Ik ben wel een mens van de dimensies, er is meer dan wat we fysiek zien. Ik ben geen atheïst, laten we het zo stellen. Ik vind mezelf niet binnen de religies passen. Ik val onder wijsbegeerte, de noemer eigen wijsheid. Elk moment is anders. Er is altijd beweging, het is nooit hetzelfde.”
“Je gaat dood als het je tijd is. Alvleesklierkanker komt niet alleen door het roken, maar heeft ook met eten te maken. En hoe! Vaak at ik maar één maaltijd per dag, ik dronk koffie en rookte veel. Het is niet zo goed om te roken op een nuchtere maag. Ik heb ook wel waarschuwingen gehad van mijn lichaam, maar door stress en laksheid heb ik daar niet naar geluisterd. Ik heb mezelf altijd wel netjes gehouden, behalve mijn gerook dan. Ik drink al jaren geen alcohol. Goed voor mezelf zorgen, dat heb ik losgelaten na de dood van mijn moeder. In de hospice word ik goed verzorgd. Al die lieve mensen die het oprecht menen, ik werd er verlegen van. Dat was heel ontwapenend, heel erg fijn.”
“Dat ik ooit de moed heb gehad om anderhalf jaar door Azië te reizen. Dat was in 1992 en 1993.” En wat waardeer aan jezelf als mens? “Dat is een moeilijke vraag. Ik heb daar geen antwoord op. Het eerste dat ik bedenk: nu wil ik wel een sigaretje erbij om even na te denken, dan heb ik wel een antwoord. Kunnen we niet even pauze houden?”
“Ik accepteer mijn lot, dat waardeer ik.” En je eerlijkheid? “Ja, dat is een goeie. Zeker nu. Ik heb mijn hele leven op mijn tong gebeten. Ik heb me echt heel lang ingehouden, jarenlang. Vooral na de introductie van het allochtonenbeleid. ” Je hebt je expressie ingehouden? “Ja, gewoon uiten wat ik denk en voel, bang om mensen te verliezen. Uiteindelijk ben ik hen toch wel kwijtgeraakt. Nu weiger ik dat te doen. Ik zeg gewoon wat ik wil en ik vraag wat ik wil.”
“Het hospice is het allerbeste wat mij is overkomen na lange tijd. Het is een enorme bevrijding voor mij. Dit is mijn aanleunwoning, zoals ik die in gedachte had; de rust en dicht bij het groen. Ik heb al die tijd geen koffie meer gedronken, dat verdraagt mijn maag niet meer. Maar ik heb gisterochtend vroeg wel een lekker ijsje gemaakt! Ik ben niet bezig met dat het wonen hier maar voor even is. Je leeft zolang je leeft. Ik probeer zoveel mogelijk zelf te doen, zoals mijn bloemetjes verzorgen en mijn gordijnen netjes hangen.” Dat is ook iets om te waarderen, je oog voor detail. “Zeker, dat is ook iets om aan mezelf te waarderen. “
Lees ook: “De uitdaging is niet hoe we moeten sterven, maar hoe te leven”
Adverteren op Renkum.nieuws.nl ? Onze bezoekersaantallen blijven stijgen, wat onder andere goed is voor de zichtbaarheid van onze adverteerders. Wil jij je naamsbekendheid vergroten? Neem dan voor adverteren contact op met Dolf Verschuren via de telefoon: 06 – 4025 3846 of via de mail: [email protected] . De redactie is te bereiken via [email protected] .