Een groot deel van de slachtoffers van een
inbraak koestert gevoelens van agressie richting de dader. Ruim vier op de tien ondervraagden die een inbraak of inbraakpoging meemaakten, zouden de inbreker weleens een flink pak rammel willen geven (43%).
Volgens de slachtoffers is de huidige strafmaat voor de dader van een inbraak veel te laag. Bijna drie op de tien vinden een jarenlange celstraf het meest gepast (28%). Een kwart vindt dat de inbreker, wanneer hij in de kraag wordt gevat, moet worden verplicht tot het betalen van een ruime schadevergoeding. Dit zijn enkele resultaten uit een onderzoek van de stichting
Nationale Inbraakpreventie Weken onder ruim 1000 respondenten.
Heel erg boos
Bijna een kwart van de ondervraagden is heel erg boos op de inbreker en een vijfde zou de inbreker weleens goed de waarheid willen vertellen over wat hen is aangedaan. Coen Staal, voorzitter van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken: “Een inbraak overkómt mensen en veroorzaakt een flinke inbreuk op hun leven, hun privacy en hun veiligheidsgevoel. Na het meemaken van een inbraak of poging daartoe daalt het gevoel van veiligheid in de eigen woning gemiddeld van een 7,8 naar een 6,0. Dat slachtoffers verhaal willen halen bij degene die hen dit leed heeft berokkend, is logisch. Maar dat slachtoffers de dader ook echt iets aan willen doen, laat de enorme impact van een inbraak op slachtoffers zien.
Dit is overigens vaker het geval bij mannen dan bij vrouwen. Vrouwen doen het liever af met woorden.” Een klein percentage van de ondervraagden (11%) hoopt dat de inbreker spijt heeft. Een even zo grote groep is bang dat de inbreker iemand uit de buurt is geweest en dus misschien wel een bekende. Deze angst leeft vaker onder bewoners van appartementen of flats dan bij bewoners van woonhuizen.
Flinke strafmaat voor inbreker
Slachtoffers van een inbraak zijn niet mild als het gaat om de bepaling van een straf voor de dader. Van hen vindt 28% een celstraf het meest gepast. De gemiddelde celstraf die men dan zou opleggen, bedraagt maar liefst 22 jaar. Een kwart van de slachtoffers meent dat de dief, wanneer hij in de kraag wordt gevat, verplicht zou moeten worden tot het betalen van een schadevergoeding van gemiddeld bijna drieduizend euro (€2.965). Een op de negen (11%) zou de inbreker straffen met een taakstraf van gemiddeld 117 uur.
“Als je bedenkt dat de maximumstraf voor het plegen van een eerste inbraak nu een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van gemiddeld 3 maanden bedraagt, maar vaker nog een taakstraf wordt toegewezen, is de strafmaat van 22 jaar cel binnen onze samenleving natuurlijk niet reëel. Ik denk dan ook dat we de strafmaat die de ondervraagde slachtoffers noemen vooral als een gevoelsbarometer moeten interpreteren. Een inbraak kan hun leven zodanig vergallen, dat slachtoffers dit op deze manier vereffend willen zien. Je kunt hier echter wel uit opmaken dat een groot deel van de Nederlanders die een inbraak meemaakten, meent dat de huidige straffen veel te laag zijn”, aldus Staal.
Als het kalf verdronken is…
Niet ieder slachtoffer van een inbraak is zich bewust van de gevolgen ervan. Bijna acht op de tien ondervraagden vinden dat de psychische en/of lichamelijke gevolgen van een inbraak of poging daartoe door de omgeving worden onderschat. Van de mensen die in hun leven te maken kregen met een inbraak geeft 40% aan dat zij, als ze vooraf hadden geweten wat de impact zou zijn, veel eerder maatregelen genomen zouden hebben om hun huis beter te beveiligen.
“Bewustwording en aanzetten tot proactief handelen. Niet wachten totdat het jou overkomt. Dat is precies wat de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken voor ogen heeft. Een inbraak kun je nooit helemaal uitsluiten, maar je kunt wel, door zelf de juiste preventieve maatregelen te treffen, de kans erop zo klein mogelijk maken”, aldus Staal. De stichting ontwikkelde een InbraakPreventieCheck waar mensen kunnen testen hoe inbraakveilig hun huis is. Over de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken
De stichting Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW) is een publiek private samenwerking met als doel woningbezitters meer bewust te maken van goede inbraakpreventie. En zo bij te dragen aan de doelstelling van het ministerie van Veiligheid en Justitie om het aantal inbraken en inbraakpogingen te verlagen van 91.000 in 2012, naar 61.000 in 2018. De stichting voert tweemaal per jaar campagne, in mei en november. Partners in de stichting zijn de bedrijven ASSA ABLOY/Nemef, Nauta Veilig, SecuProducts in nauwe samenwerking met het ministerie van Veiligheid en Justitie en het Verbond van Verzekeraars. Kijk voor meer informatie over o.a. inbraakmethoden en inbraakpreventie op
www.inbraakmislukt.nlReactie van slachtoffers die een inbraak meemaakten: