Ze heeft al een aardige werkgeschiedenis. Van huis uit is Marianne Hageman verpleegkundige en heeft ze altijd met mensen gewerkt. “Dat past ook heel erg bij mij, in de verpleging werken. Ik zou het iedereen aanraden.” Inmiddels werkt ze als coördinator voor Markant en koppelt ze vrijwilligers aan inwoners van Amsterdam die ongeneeslijk ziek en uitbehandeld zijn.
Op haar 29 ste
was Marianne zelf ernstig ziek door een ernstige vorm van borstkanker. Hierdoor werd ze afgekeurd voor de verpleging in de ouderenzorg. “Ik mocht mijn arm niet belasten vanwege de operatie die ik had gehad. Dat was in die tijd nog zo. Toen ben ik op de verloskundige afdeling terechtgekomen, waar ik tien jaar heb gewerkt. Dat waren prachtige jaren.” Vervolgens kwam Marianne in de wijkverpleging terecht als leidinggevende waardoor ze weer in contact kwam met palliatieve zorg. “Dat vond ik toch wel heel erg mooi.” Vanwege het invoeren van zelfsturing in de teams moesten de managers weg en zodoende kwam ze vijf jaar geleden bij Markant terecht.
“Daar valt het allemaal samen. Je kan echt iets betekenen in die laatste levensfase. Het leuke is: het heeft veel overlap met verloskunde. Dat vond ik wel een verrassing. Het is een intensieve manier van zorgen. Als iemand net bevallen is, bevind je je in een soort bubbel. Je komt niet verder dan die baby. Als iemand stervende is, dan kan je niet verder kijken dan alleen maar die persoon. Dan zit je ook in een soort waas. Het is echt vergelijkbaar, de kraamtijd en de laatste levensfase. In beide gevallen wil je dat het goed gaat. In het geval van de stervende wil je dat iemand in harmonie sterft met al zijn geliefden om zich heen en in zijn eigen bed.”
Marianne vertelt dat er onderzoek is gedaan waaruit blijkt dat tachtig procent wil sterven in zijn of haar eigen bed, zonder hulp van vreemden. “Dat is echt niet haalbaar voor iedereen, want de zorg in die laatste weken kan heel zwaar zijn. Dan is het juist fijn dat we met onze vrijwilligers wat extra ondersteuning kunnen bieden.” In haar functie als coördinator wordt Marianne benaderd door palliatieve verpleegkundigen of huisartsen die bij de mensen thuiskomen. “Het gaat om mensen die niet meer beter worden en uitbehandeld zijn. Dat is wel een voorwaarde. Onze vrijwilligers kiezen voor mensen in de laatste levensfase.”
Het komt ook voor dat familie iemand aanmeldt of dat iemand zichzelf aanmeldt. “Als mijn collega Barbara of ik een verzoek krijgen, gaan we eerst op huisbezoek. Wat is het voor iemand, wat voor leven heeft hij of zij gehad, wat voor praktische dingen moeten er gedaan worden en wat is de hulpvraag. Onze vrijwilligers komen niet om boodschappen te doen en ook niet voor het huishouden. Ze kunnen wel een afwasje doen. Sommige mensen willen naar buiten. Het is altijd weer anders en dat maakt het werk ook zo afwisselend.”
Elk huisbezoek is anders en haar werk hangt van bijzondere mensen aan elkaar. “Soms kom ik in een piepklein huisje, dan weer op de grachtengordel met marmeren gangen van 28 meter lang. We komen overal. Laatst was ik op huisbezoek, een dubbele etage, van een ondernemer. Zijn vrouw is heel ziek en is inmiddels overleden. Hij was verbaasd dat er vrijwilligers zijn die dit voor een ander doen, zonder betaald te krijgen. In zo’n moment gaat er een wereld voor ze open dat er zulke aardige mensen zijn. Dat zie ik vaker.”
Na het huisbezoek begint het matchen, wat Marianne zo goed mogelijk probeert te doen. Wat is leuk voor de cliënt, maar wat is ook prettig of interessant voor de vrijwilliger? “We hebben vrijwilligers in ons bestand van alle soorten en maten. Ik heb er jonge ICT’ers tussen zitten, mensen uit de kunst, en soms mensen met een zorg achtergrond. Dat is heel leuk, want dan kan je heel goed matchen. De cliënten zijn meestal ouder, boven de zestig. “Ik was vorige week bij een man van 98, die drie kinderen had. Die waren er voor hun vader, maar wilden liever niet dat hij alleen was. Dan is het fijn als er een dagdeel in de week een vrijwilliger komt, zodat de familie weg kan.”
En soms is de vrijwilliger net te laat. “Ik had een man die zichzelf had aangemeld. Mijn collega ging op huisbezoek en toen werd de deur opengedaan. Meneer was net overleden. Soms komt een vrijwilliger maar één of twee keer. Die meneer van 98 heeft maar twee keer bezoek gehad. Maar het kan ook maanden duren.”
“Mensen zijn altijd mijn motivatie geweest om in de zorg te werken. Ik zeg altijd: doe de dingen die ertoe doen. Ik vind dit heel fijn werk, omdat ik het gevoel heb dat ik iets kan bijdragen aan het geluk van een ander. Alle vrijwilligers willen iets doen wat ertoe doet en dat kan ik faciliteren. Je bent er op een cruciaal moment, zoals bij verloskunde. Ik voel gewoon dankbaarheid dat ik zomaar binnen mag komen en een gesprek mag voeren. Ik voel geen drempel om over de laatste levensfase te praten met mensen. Dat is ook wel bijzonder. Ik kan makkelijk woorden vinden om bijvoorbeeld de familie van iemand die overleden is een berichtje te sturen. De dood komt dichterbij voor je als je erin werkt. Ik kan goed een professionele bril opzetten, maar soms komt het heel erg binnen en moet ik huilen. Ik vind met name de eenzaamheid heel erg.”
Marianne vertelt over een cliënt, een vrouw van in de zeventig, die iedereen de deur uitjaagt. “Toen ik bij haar wegging na het huisbezoek, zei ze: “Je zal wel geen geschikte vrijwilliger vinden.” Zo triest vind ik dat. Je hele leven maar iedereen wegduwen. Daar zit van alles achter. Ik heb een vrijwilliger gevonden, maar ook die is weggestuurd. Ze had nog nooit zo’n onvriendelijk iemand als deze vrijwilliger gezien. Ik ga het zeker nog een keer proberen, maar niet eindeloos. Ik kan niet veranderen hoe iemand in het leven staat, hoe triest ik het ook vind.”
“Daar denk ik weleens over na en ik heb het er ook weleens over. Ik ben 63, ik ben al een heel eind. Ik zou het wel leuk vinden als ik nog een paar goede jaren heb. Het zijn van die clichés, maar als je gezond bent en je goed voelt, en je hebt fijne mensen om je heen, dan is het heerlijk om te blijven leven. Ik heb nog niets vastgelegd en ik zou het fijn vinden als ik thuis mag sterven. Anders zou ik wel naar een hospice willen.”
Er zijn genoeg vrijwilligers en Marianne hoeft nooit ‘nee’ te verkopen. Er is zelfs ruimte voor meer aanmeldingen. Veel mensen in Amsterdam weten niet dat deze mogelijkheid er is. “Het is vaak een enorme drempel om een vrijwilliger in huis binnen te laten. Mensen denken dat ze dan de hele tijd moeten praten of ze zitten niet te wachten op een vreemde in huis. We hebben meer ambassadeurs nodig, die de mensen overhalen om met ons in gesprek te gaan. Daar zou ik wel een verandering willen zien. Vaak pakt het heel goed uit. Het komt eigenlijk nooit voor dat het niet klikt.”
Lees ook: “Mensen vragen of ik een bucketlist heb. Altijd bespottelijk gevonden”
Adverteren op Renkum.nieuws.nl ? Onze bezoekersaantallen blijven stijgen, wat onder andere goed is voor de zichtbaarheid van onze adverteerders.
Wij denken graag met je mee om de reclame-euro zo optimaal mogelijk te besteden. Door lokaal te adverteren op Renkum Nieuws tegen een concurrerende prijs! Neem contact op met Dolf Verschuren via de telefoon: 06 – 4025 3846 of via de mail: [email protected] . De redactie is te bereiken via [email protected] .