“We moeten vluchtelingen een menswaardig bestaan bieden”

Ben van Cranenburgh
Ben van Cranenburgh
Foto: Privé

Wat betreft het vluchtelingen probleem missen we een onderbouwd plan met een visie, aldus Ben van Cranenburgh. Ben houdt zich bezig met toegepaste neurowetenschappen en schreef onlangs het boek ‘Oorlog en brein – Over de invloed van rampspoed op onze hersenen’.

Hij wil laten zien dat we getraumatiseerde vluchtelingen, slachtoffers en oorlogsveteranen niet moeten bestempelen als ‘ziek’ of ‘gestoord’ in medische of psychiatrische zin, maar altijd moeten beschouwen vanuit de bredere context waarin zij hebben moeten verkeren. Met zijn boek geeft hij een andere blik op oorlogsvluchtelingen. ” Bekijk het eens vanuit het brein, ons ‘master-orgaan’ voor overleving. Dat is mijn voorstel.”

Door Mariëtte, Nieuws.nl

Een goed onderbouwde visie is volgens Ben momenteel hard nodig. Hij signaleert veel structurele misstanden in onze huidige maatschappij: de huizenmarkt, het zorgstelsel, het ongezonde voedselaanbod en nog veel meer. Neem de vluchtelingenproblematiek.

“Als er een visie zou zijn, zouden we niet meteen een opvangcentrum afbreken zodra er even wat minder vluchtelingen komen. Het is immers zonneklaar dat we te maken hebben met een mondiaal probleem dat niet zomaar ineens zal stoppen. Het is heel duidelijk dat er veel landen zijn waar het onveilig is. Dat zal nog heel lang zo zijn. Dat kunnen we alleen maar oplossen vanuit een breed onderbouwde visie. Vluchtelingen zullen altijd komen, en dit vraagt om een standpunt op mondiaal en Europees niveau. Vanuit zo’n visie kan je maatregelen nemen en zorgen dat de aanpak op orde is. Helaas wachten wij tot er iets misgaat, en dan pas grijpen we in. In plaats van het pro-actief en preventief aan te pakken, zijn we vooral reactief bezig en voeren steeds maar ‘reparaties’ uit.”

Een begrijpelijke verandering in het brein

Tot zover de politieke stellingname. Maar er zijn meerdere invalshoeken, zoals een neurowetenschappelijk perspectief dat een ander licht laat schijnen op de huidige vluchtelingenproblematiek. Ben geeft in zijn boek aan dat elke vorm van rampspoed en oorlog een impact heeft op zowel biologisch, psychologisch als sociaal niveau. Het brein kan hierbij volgens hem als verbindende schakel gezien worden.

“Mensen die getraumatiseerd zijn en PTSS hebben, zoals veel vluchtelingen, worden behandeld binnen de regels van ons zorgstelsel. We bestempelen hen als ziek en ze krijgen een behandeling van een psychiater. Als we iets verder kijken naar wat er gebeurt in het brein van bijvoorbeeld een kind dat in de oorlog is opgegroeid, dan snappen we dat zo’n kind licht slaapt, schrikgedrag vertoont, afleidbaar en wantrouwend is. Dergelijk gedrag en leerstoornissen komen vaak jaren later aan het licht, maar hebben een begrijpelijke basis. Waar het mij omgaat is dat deze kinderen niet ziek of gestoord zijn, maar dat er een begrijpelijke verandering in het brein heeft plaatsgevonden. Als we hier meer inzicht in krijgen, kunnen we deze kinderen veel beter begeleiden en behandelen.”

Ben werkt onder andere voor War Child en weet door deze ervaring dat je “een kind uit de oorlog kan halen, maar daarmee nog niet de oorlog uit het kind haalt”. “Dat vind ik heel raak gezegd door War Child. Zo’n oorlog draag je met je mee. Als zo’n kind leerproblemen heeft omdat het heel afleidbaar is, krijgt het kind wellicht het stempel ADHD. Dan missen we echter de essentie van wat er met het kind aan de hand is. Als een kind voordat het naar Nederland komt acht jaar lang in een situatie met veel dreiging en onvoorspelbare gebeurtenissen heeft geleefd, dan snap ik die afleidbaarheid en die overreactie op prikkels. Ik kijk naar dat kind vanuit de context waarin de symptomen zijn ontstaan. Dan is het niet langer een kind met een psychiatrische aandoening en kan je niet langer zeggen: het kind is ziek of gestoord.”

“Het brein is ons ultieme orgaan om te overleven”

Met zijn boek wil Ben de klachten die getraumatiseerde mensen hebben niet bagatelliseren, maar hij is van mening dat we er anders mee om moeten gaan. Een visie vanuit het brein kan daarbij helpen.

“Als je kijkt naar overgevoeligheid voor prikkels, angst- en schrikreacties, dan moeten we beseffen dat deze veranderingen zijn ontstaan doordat het brein zich heeft ingesteld op de situatie. Als we bijvoorbeeld een geluid horen, bijvoorbeeld het aanzwellend geluid van een autobus, dan leren we voorspellingen te doen: er komt een bus aan, maak ruimte. Die voorspellingen zorgen ervoor dat we beter met de wereld om kunnen gaan. In een oorlogssituatie hebben prikkels en gebeurtenissen een andere betekenis. Een vrachtauto: soldaten?; een vliegtuig: bombardement? Een beweging achter een gordijn kan wijzen op een scherpschutter en we zijn daarmee gewaarschuwd voor een heftige gebeurtenis. Het brein is ons ultieme orgaan om te overleven.”

Ben heeft medicijnen gestudeerd en heeft zich daarna vooral gespecialiseerd in de mogelijke toepassingen van de neurowetenschappen. Vandaar ook zijn belangstelling voor gedragsverandering en psychiatrie.

“Ik heb mij uitgebreid verdiept in de gevolgen van hersenbeschadiging (trauma, beroerte) en de mogelijkheden van herstel. Zo’n ‘beschadiging’ kan ook zuiver functioneel zijn, bijvoorbeeld mensen die heftige gebeurtenissen hebben meegemaakt en daardoor overgevoelig zijn geworden voor zintuigelijke prikkels. Vergelijk dat met iemand die in een rustig bergdorp is opgegroeid en die ineens in het centrum van Amsterdam komt te wonen en grote moeite heeft zich aan te passen omdat er te veel prikkels zijn. Zo iemand geven we een of ander etiket, bijvoorbeeld ADHD of PTSS, maar hierdoor missen we de kern van de zaak: het brein heeft niet geleerd met zoveel prikkels om te gaan. Ik wil er graag voor pleiten dat we steeds voor ogen houden dat onze hersenen getekend zijn door wat we doormaken.”

“Wat we nu bieden, kan je met goed fatsoen geen ‘opvang’ noemen”

We zijn wellicht te veel gericht op het kortdurend behandelen van mensen met oorlogstrauma, zoals vluchtelingen, terwijl deze mensen een duurzame en waardige concurrentie voor de oorlog nodig hebben, aldus Ben.

“Ze hebben een leefwereld nodig, waarin ze zich kunnen ontplooien en bijvoorbeeld kunnen leren dat geluiden niet alleen maar gevaar aankondigen, maar ook prettig kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld muziek. Dat doen we nu niet. Iets echt afleren is lastig, maar je kunt er wel iets tegenover stellen. Dat kan soms goed werken. De negen kinderen van Ruinerwold hadden geleerd te zwijgen over wat ze doormaakten. Vier van hen gingen praten en merkten dat dat verlichting bracht. Het brein kiest gedrag dat effectief is. Door het vinden van nieuw gedrag, kan iemand die gevlucht is beter in de wereld staan. Maar wat doen wij? We stoppen vluchtelingen weg in centra en laten ze een slopende asielprocedure ondergaan. Wat we nu bieden, kan je met goed fatsoen geen ‘opvang’ noemen. En dan zeggen we: we hebben het beste met jullie voor en we zetten een pingpongtafel neer. Maar ondertussen zitten ze uitzichtloos en machteloos achter hekken of prikkeldraad. Hierdoor ontstaat alleen maar wantrouwen en verveling en PTSS-klachten nemen toe. We zijn volkomen verkeerd bezig. Beschamend, want uit de Corona-crisis blijkt duidelijk dat we geld genoeg hebben om vluchtelingen iets te bieden.”

“Een bepaald gedrag komt altijd ergens vandaan”

Elke ervaring van rampspoed is anders, aldus Ben. Het brein reageert anders op hongersnood dan op een oorlog.

“Ga terug in het leven van iemand en bekijk wat hij heeft doorgemaakt. Hierdoor begrijp je waarom zijn gedrag is zoals het is. Neem als voorbeeld een relatie waarbij de man voortdurend achterdochtig is. Als de vrouw even niet bereikbaar is, denkt hij meteen dat ze ligt te vrijen met een andere man. Hoe kan je zoiets verklaren? Deze man blijkt opgegroeid te zijn in steeds maar wisselende pleeggezinnen en heeft zich hierdoor nooit kunnen hechten. Best wel logisch dat deze man wantrouwend is. Zijn vertrouwen werd steeds beschaamd. Een bepaald gedrag komt altijd ergens vandaan. Je kan wel zeggen: hij is paranoïd, maar duik in het verleden en je snapt waarom het is zoals het is. Dan wordt het begrijpelijk en ga je er anders mee om.”

Het vluchtelingenprobleem heeft zijn basis in oorlog en rampspoed. De beste aanpak is natuurlijk preventie. In het verkeer zijn we daar goed in: bij een gevaarlijk kruispunt plaatsen we stoplichten waarmee de kans op verkeersongelukken aanzienlijk afneemt.

“Bij getraumatiseerde vluchtelingen zou het ook om preventie moeten gaan. We moeten op de eerste plaats proberen te verhinderen dat er oorlogen ontstaan. Nederland maakt zich daar niet erg sterk voor. Wij dragen bij aan wapenproductie, hebben Amerikaanse atoomkoppen in ons land staan (waar wijzelf niks over te zeggen hebben), wij stemden in met ongemotiveerde interventies in Irak (met alle gevolgen van dien). We zijn een rijk en machtig land en zouden onze stem veel meer mogen laten horen. En als we dan instemmen met al die interventies die alleen maar instabiliteit en ellende veroorzaken, dan is het minste wat we kunnen doen toch ruimhartig zijn en deze vluchtelingen een nieuw en beter leven bieden.”

Doortimmerd en duurzaam Deltaplan voor de komende vijftig jaar

We hebben een rijkdom waar je u tegen zegt, vervolgt Ben. “Wij bouwen gigantische bedrijfspanden die vervolgens jarenlang leeg staan. We maken nutteloze en schadelijke producten (onzinnig speelgoed, ongezond voedsel). In geldverslindende reclamespotjes worden wij als randdebiel toegesproken. Kunnen we niet wat meer van ons geld besteden om ieder mens op deze wereld een veilig bestaan te bieden? Daar is zat geld voor. Wij zijn trots op die 10 a 15.000 vluchtelingen die wij per jaar in Nederland toelaten. Maar lossen wij hun probleem wel op? We moeten vluchtelingen een nieuw leven bieden zodat hun brein kunnen ‘terug-veranderen’.”

“Dat gaat niet lukken met een reparatieplan (extra matrasjes, noodlocaties), maar dat zal een doortimmerd en duurzaam Deltaplan moeten zijn voor de komende vijftig jaar, waarin we vluchtelingen (al of niet met PTSS) een menswaardig bestaan bieden waarin ze zich kunnen ontplooien door zinvolle en gewenste bezigheden.”

♦♦♦

Adverteren op Renkum.nieuws.nl? Onze bezoekersaantallen blijven stijgen, wat onder andere goed is voor de zichtbaarheid van onze adverteerders.

Wij denken graag met je mee om de reclame-euro zo optimaal mogelijk te besteden. Door lokaal te adverteren op Renkum Nieuws tegen een concurrerende prijs! Neem contact op met Dolf Verschuren via de telefoon: 06 – 4025 3846 of via de mail: [email protected]. De redactie is te bereiken via [email protected].

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen